Speerpunten
De opleiding Drama focust op het maken, schrijven en spelen van tekst. Het spreekt voor zich dat de onderzoeksgroep Drama deze focus verder gaat onderzoeken, uitdiepen en onderbouwen.
We definiëren drie domeinen (met name Narrativity, Interacting en Body & Performativity waarbinnen we onderzoek en onderwijs willen integreren, en die we als speerpunten willen uitwerken in de nabije toekomst, door samenwerking binnen de Onderzoekseenheid Music & Drama en met andere onderzoeksgroepen van LUCA School of Arts en daarbuiten. Een korte toelichting:
Narrativity duikt niet alleen in verhalende teksten maar in alle media en semiotische codes op. De onderzoeksgroep wil een narratief benaderen als een vorm van betekenisgeving- en ordening die aan een bepaalde ervaring of reeks gebeurtenissen wordt toegekend en die altijd een wereldbeeld in zich draagt.
We willen onderzoek voeren naar narrativiteit in hedendaagse theaterteksten en naar de manier waarop auteurschap gevoed kan worden door narratief experiment. Via samenwerking met andere onderzoeksgroepen binnen LUCA willen we inzetten op de wijze waarop nieuwe narratieven in verschillende genres en media vorm kunnen krijgen.
Interacting behandelt de verwevenheid van een individu met haar/zijn omgeving.
Leven, handelen en creëren gebeurt steeds binnen een netwerk van relaties. Inzicht in de werking van deze relationaliteit en het hiermee kunnen omgaan op een artistiek-speelse en verantwoordelijke manier (individueel en samen met anderen), beschouwen we als een wezenlijk deel van een artistieke praktijk.
Onderzoek naar Interacting kan dus slaan op het samenspel van podiumkunstenaars (mono- en multidisciplinair), op het samenspel met de ruimte (het non-humane), met het publiek, met lerenden binnen Educatie, maar ook met de bredere maatschappelijke context.
Body & performativity behelst het spanningsveld tussen het gegeven lichaam en het lichaam dat ingezet wordt in de performance en daar een betekenisdragend teken wordt. Het betreft de talige en niet-talige uitdrukkingsmogelijkheden van lichaam en stem en het leren vergroten daarvan.
Door samenwerking met andere culturele actoren willen we onderzoek voeren naar innovatieve praktijken van performance en performance training.
Lopende doctoraatsonderzoeken
-In Shakespeare is dead- Tekstdramaturgieën in het theaterwerk van Paul Pourveur focust Geert Kestens op des specifieke wijze waarop deze auteur in zijn teksten vorm heeft gegeven aan hedendaagse postmoderne inzichten. Waar tekst in het klassieke dramatische theater het theatraal gebeuren van een coherent narratief kader voorzag en de drager was van het causale en logische handelingsverloop van de plot, ontwikkelt Pourveur een dramaturgie van het indeterminisme. Daarin worden mentale processen op experimentele wijze vorm gegeven en wordt taal meer protagonist dan instrument.
-In The well made play, written all over again? vraagt Nico Boon zich af of een geactualiseerde vorm van het situationele drama, doodverklaard in de Vlaamse Golf en de postmodernistische experimenten van de jaren ’80, opnieuw een relevante tool kan worden voor jonge theaterauteurs om via de klassieke plotopbouw een nieuwe, maatschappelijk broodnodige synthese op te zoeken.
-In Mise en relation zet Carl von Winckelmann een onderzoek op naar het spelen en creëren van theater, via interacties met een materiële werkelijkheid. Het onderzoek wil bijdragen tot de uitbouw van een theaterpraktijk waar de centrale creatieve dynamiek inhoudt dat spelers/makers vanuit een niet-superieure, niet-antropocentrische houding relaties aangaan met (welgekozen elementen binnen) de materiële werkelijkheid, om zodoende constructiever om te gaan met het ‘hier en nu’ van een voorstelling.
Het onderzoek wil uitdenken welke inzichten en vaardigheden een speler/maker moet bezitten om met deze dynamiek aan de slag te gaan en concrete methodieken en oefeningen formuleren voor de ontwikkeling en training ervan, zowel binnen de artistieke praktijk als binnen educatieve contexten.
Afgerond onderzoek
Het OPAK-onderzoek Tussen waarheid en waarachtigheid (2008-2012) legde zich toe op de transformatie van oraal en documentair materiaal naar theaterprojecten. Voorop in dat onderzoek stond de potentie van narratologische structuren en van de polariteiten waarheid en waarachtigheid, imitatie en verbeelding, personage en persona. Het onderzoek dat gevoerd werd in samenwerking met theatergezelschappen Braakland/Zhe Bilding, de Queeste (nu samen het nieuwstedelijk) en tArsenaal mondde o.m. uit in de voorstelling Transfer(t)s en in het cahier ‘Tussen waarheid en waarachtigheid’ (Red. Claire Swyzen)
Het driejarig OPAK-onderzoek De kunst van het gemis (2012-2015) onderzocht hoe de dramaturgie die ten grondslag ligt aan melancholie een productieve aanzet kan zijn voor vernieuwend en relevant theaterwerk. Het onderzoek werd onder meer gevoerd in samenwerking met de OE Literatuurwetenschap (KU Leuven) en Cie Tartaren en mondde uit in de voorstelling Circum mortis, en in de dubbelpublicatie ‘Framing Melancholy / Chasing Kantor’ (2016).
In het driejarig OPAK-onderzoek Facing the hero (2015-2018) werden hedendaagse verschijningsvormen van de archetypische held onderzocht en getheatraliseerd, o.m. in de voorstelling Sous les pavés, het strand (i.s.m. IAD Louvain-la-Neuve)
Dit onderzoek lag mee aan de basis van het doctoraatsonderzoek in de Kunsten van Benjamin Van Tourhout (‘Hybrid Heroes and Ambiguous Empathy’) (promotie januari 2018). Het doctoraat focuste op de creatie van tekst op basis van documentaire bronnen en op de mogelijkheden en grenzen van fictionalisering (via herinterpraties van klassieke ‘helden’ naar het huidige theater).

